Van Haeftenkazernekazerne, Zwolseweg, Apeldoorn


Huidige toestand

De kazerne is grotendeels gesloopt om plaats te maken voor een nieuwbouwwijkje van rijtjeshuizen en vrijstaande woningen dat Van Haeftenpark genoemd is. Het voormalige hoofdgebouw aan de Zwolseweg is verbouwd en bevat nu acht appartementen. Het eveneens aan de Zwolseweg grenzende hekwerk samen met vier kolommen die de vroegere ingangen markeerden is ook de slopershamer bespaard. Elders op het voormalige kazerneterrein heeft het vroegere munitieopslaghuisje een nieuwe plek gekregen. De zes blokjes vroegere dienstwoningen voor officieren, die aan de linkerkant van het kazerneterrein lagen, vormen nu de noordzijde van het Van Haeftenpark.

Geschiedenis

De kazerne stond lange tijd bekend als het Depot der Koninklijke Marechaussee en wordt beschouwd als de bakermat van deze organisatie. De initiatiefnemer van het depot was G.A. van Haeften, in 1948 zou de kazerne zijn naam krijgen. Van Haeften, die in 1909 benoemd werd tot Inspecteur van het Wapen der Koninklijke Marechaussee, wilde een versteviging van de positie van de marechaussee en daartoe een eigen opleidingscentrum. Ook in 1909 wilde koningin Wilhelmina af van haar burgerbewakers op 't Loo, tuinlieden met een uniform die spottend de klompenwacht genoemd werden. Wilhelmina wilde bewaking door de marechaussee. Met de bouw van de kazerne aan de Zwolseweg werden beide wensen mogelijk gemaakt.
In december 1910 werd de bouw aanbesteed en in september 1914 de laatste gebouwen voltooid. Er was niet gewacht tot de kazerne helemaal klaar was en het Depot ging van start op 1 juni 1913. Het Depot bestond uit een opleidingsbrigade, een wachtbrigade voor paleis 't Loo en een kleine brigade van vijf man voor politiediensten buiten de bebouwde kom van Apeldoorn. De eerste opleidingen begonnen in oktober 1914. Per half jaar werden 25 bereden en vijftien onbereden marechaussees opgeleid. Vanwege de paarden waren stallen een belangrijk onderdeel van de kazerne.

Tijdens de mobilisatie van 1939 werd het Depot, evenals gebeurd was aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, verplaatst naar Scheveningen. Na de oorlogsdagen in mei 1940 keerde de marechaussee terug, maar moest in 1942 de kazerne weer verlaten. De jaren erna tot het einde van de oorlog werden er SS'ers gehuisvest.

Voor vergroting, klik hier.
 

Direct na de oorlog in 1945 en 1946 werd het hoofdgebouw als lazaret door het Rode Kruis gebruikt. Ook deed een van de gebouwen dienst om NSB'ers te interneren. In 1946 keerde een deel van de opleidingen voor de marechaussee terug op de kazerne. Het Depot werd dat zelfde jaar heropgericht op de eveneens in Apeldoorn gelegen, veel grotere, Koning Willem III kazerne. Hier werden de opleiding voor de lagere rangen en de dienstplichtigen ondergebracht. Voor deze veel grotere aantallen (in vergelijking met voor de oorlog) op te leiden marechaussees, was de Van Haeftenkazerne te klein. Tot november 1952, tot ook zij naar de KWIII kazerne verhuisden, zou hier het 3e Instructie Eskadron gelegerd zijn dat belast was met de opleiding van onderofficieren. Ook de wachtbrigade voor paleis 't Loo werd weer op de kazerne ondergebracht, tot zij elders in Apeldoorn in 1955 een eigen onderkomen kreeg.

Leeg kwam de kazerne echter niet te staan. Vanaf 1953 bood deze onderdak aan de LUVA, Luchtmacht Vrouwenafdeling, die het hele complex op het gebouw voor de paleisbrigade na, in gebruik nam. Hier werden opleidingen gegeven voor vrouwen die nadien functies als luchtverkeersleidster, waarneemster, telexiste en telefoniste vervulden. Een deel van de vrouwen die hier gelegerd waren werkten ondermeer op het radarcomplex bij Kamp Nieuw Millingen. In 1963 werd de recrutenopleiding van de LUVA verplaatst naar Zeist, zodat de kazerne deels leeg kwam te staan. De vrijgekomen ruimte werd opgevuld door 101 MIDcie (Militaire Inlichtingendienst Compagnie) en een detachement van de Contra Inlichtingendienst, 111 Cidet.
Er ontstond de unieke situatie dat er en een mannen- en een vrouwenonderdeel op een kazerne gelegerd waren. Om dat in goede banen te leiden kwam er een hek met poort tussen de afdelingen van de LUVA en de Inlichtingendienst. De achterpoort van het complex werd als ingang voor de LUVA's in gebruik genomen. Tevens kwam daar een extra wachtgebouw. Helemaal gescheiden werelden waren de mannen en vrouwen op de kazerne niet, de gezamenlijke feesten waren van “grote klasse” en uit de contacten tussen de LUVA's en MID'ers kwamen diverse huwelijken voort.

101 MIDcie had als taak inlichtingen te verzamelen over de Sovjettroepen en had daartoe een afdeling Ondervragers en Vertalers, een Technische Inlichtingen – en Coördinatieploeg, Slagorde en Gevechts Inlichtingen Redactieploeg en een Luchttfoto-interpretatieploeg. Ook werd voorlichting aan andere legeronderdelen gegeven en militairen, waaronder die van de luchtmacht, voorbereid op ondervragingen. Bij de compagnie dienden zowel beroeps als dienstplichtig militairen.

In 1976 kwam aan de aanwezigheid van de LUVA een einde waarna 101 MIDcie de enige bewoner was. In november 1992 verliet ook 101 MIDcie de kazerne en kwam deze leeg te staan. De gemeente Apeldoorn kocht het complex in 1997, om het vervolgens door te verkopen aan een projectontwikkelaar. Sloop volgde voor het grootste deel van de bebouwing en het Van Haeftenpark werd gerealiseerd.

De naamgever

 

Gerard Antonius Van Haeften werd op 9 juli 1862 in Breda geboren. Hij studeerde aan de KMA en werd in 1882 benoemd tot tweede luitenant bij het 1e Regiment Vestingartillerie. In 1886 volgde overplaatsing naar de veldartillerie nadat hij een jaar eerder tot eerste luitenant bevorderd was. In 1894 volgde overplaatsing naar de 3e Divisie Koninklijke Marechaussee. In 1897 bevordering tot kapitein. Van Haeften zijn carrière verliep voorspoedig en in 1909 werd hij benoemd tot luitenant-kolonel en tevens tot Inspecteur van het Wapen der Koninklijke Marechaussee. In 1911 volgde promotie tot kolonel.
Van Haeften was een man die ideeën had en die niet onder stoelen en banken stak. Hij zette ze ook op papier en publiceerde in 1913 “Het beheer, de belangen en de dienst der Koninklijke Marechaussee” met als ondertitel “Eene studie”. Tijdens de mobilisatiejaren van 1914 tot 1918 was er een ongeëvenaarde hoeveelheid mannen onder de wapenen en hierop moest toezicht gehouden worden. Men stelde voor de marechaussee hiertoe uit te breiden, maar Van Haeften verzette zich hier sterk tegen uit vrees voor achteruitgang in kwaliteit van het Wapen en verleende geen medewerking aan de uitwerking van de plannen. Hij stelde een eigen legerpolitie voor die ook later opgericht werd.
Met ingang van december 1918 mocht Van Haeften zich generaal-majoor (titulair) noemen. Op 1 januari 1923 volgde eervol ontslag uit de militaire dienst. Van Haeften overleed op 9 maart 1934 te Den Haag.

(foto: Van Haeften in de rang van kolonel. Met dank aan het Marechaussseemuseum)

Overig

De kazerne werd voor het in omvang bescheiden Depot der Koninklijke Marechaussee gebouwd, maar is niet een typische marechausseebrigadekazerne. Dit laatste type is voor een bezetting tot tien man met paarden en veel kleiner. De Van Haeftenkazerne is op zijn beurt weer veel kleiner dan de regimentskazernes voor ondermeer de infanterie die in die jaren gebouwd werden en is daarmee een uitzondering in de kazernebouw van die jaren.
De opzet is als bij de kazernes volgens het paviljoensysteem met gebouwen voor verschillende functies. Een bijzonderheid vormden de zes twee-onder-een-kapwoningen voor marechaussee-officieren aan de noordzijde, die in vroeger jaren deel uitmaakten van het complex en binnen de hekken van de kazerne lagen. De kazerne kende altijd een kleine bezetting van veelal niet meer dan 100 mensen, de legeringscapaciteit was overeenkomstig bescheiden. Dominant aanwezig op het terrein waren de stallen en binnenmanege, die in later jaren werd verbouwd tot eet- en toneelzaal.